Onderhoudsinstructies hoeden

Leg altijd de hoed op zijn kop (kroon naar beneden), op een schone ondergrond of in een hoedendoos, zodat de rand niet zijn vorming verliest.

Verwijder stof met een zachte haarborstel. U start aan de linker kant van de hoed en borstels tegen de klok in.

Houd uw hoed uit te buurt van warmte bijvoorbeeld kachels, radiatoren, lampen, autoramen (zon) en dichte auto’s in de zomer. De combinatie van zweet en warmte zorgt ervoor dat de binnen(zweet)band in de hoed gaat krimpen.

Als u hoed nat wordt, schud het overtollige water van de hoed en buig de binnen(zweet)band naar beneden. Op deze manier kan de hoed op natuurlijke wijze drogen. Als de hoed nog nat is, laat de rand dan niet het oppervlak raken en leg het niet dichtbij de verwarming of andere warmtebronnen. Warmte kan het viltproces heractiveren en daardoor krimpt de hoed.

Om het zweet niet in het vilt te laten doordringen kunt u het beste de binnen(zweet)band af en toe naar beneden klappen zodat deze kan drogen.

Na verloop van tijd is het raadzaam om de stoffen voeringsband met een katoenen doek en enkele druppels wasbenzine schoon te wrijven. Ingenaaid hoedleer wordt met behulp van een droge spons weer opgefrist.

Als u uw hoed op en af doet, doe dit dan door de rand aan de voor- en achterkant vast te houden. Zit zo min mogelijk aan de kroon van de hoed.